Na een gesprek op Twitter met Mathijs Kok ontdekte ik dat er nog veel wordt gedacht dat je je maximale moet inspannen om een zo goed mogelijk resultaat te behalen.
Het bericht “Maak de keuze en ga er voor de volle 110% voor!” was de start van ons gesprek.
Het klinkt natuurlijk ook niet zo goed als “Maak de keuze en ga er voor 85% voor!”
Er voor de volle 100% voor gaan heb ik uitgelegd als hard werken. In het gesprek versterkt Mathijs deze gedachte.
“Als je nieuwe skills eigen wilt maken of je comfortzone groter wilt maken, dat kost dat vaak ook een boel energie. Is ongeveer te vergelijken met beginnen met hardlopen, doet ook lichamelijk en geestelijk pijn! Ondernemen = Topsport”
In het idee dat je ondernemen kunt vergelijken met topsport kan ik me vinden. Sporters en atleten die in de topsport werken hebben veel meer rust- en hersteltijd dan je verwacht. Dit geldt ook voor top musici bijvoorbeeld, zij oefenen of trainen maximaal 4 tot 5 uur per dag en rusten veel. Topsporters zijn verder bewust bezig met hun voeding en met het krijgen van voldoende slaap.
Topsporters laten zien dat je betere resultaten boekt door meer te rusten en voldoende te slapen. Dit is dus heel anders dan wat in de media verheerlijkt wordt, namelijk dat een ondernemer idealiter tachtig tot honderd uur per week werkt en minder dan zes uur slaap per nacht nodig heeft.
Als je een duurzaam bedrijf wilt bouwen waarin je als ondernemer een voorbeeldrol hebt betekent dat niet dat je continu op 100% moet werken, maar op 85%. Dit houdt in dat je werkweken maakt van maximaal veertig uur en acht uur slaapt iedere nacht. Zodat je fit en vol energie begint aan iedere dag. Hierdoor ben je goed gehumeurd en volop creatief.
Misschien lukt dit niet wanneer je begint met je bedrijf en in je eentje alles moet doen, maar ben je een jaar aan het knallen geweest, dan wordt het tijd om je werk anders te organiseren. Veel lopers zouden dit moeten herkennen uit hun eigen beginperiode. Zo hard mogelijk en steeds verder lopen, dat voelt als vooruitgang.
Ondernemen en hardlopen
Wanneer je zonder begeleiding begint met hardlopen, krijg je te maken met lichamelijke en geestelijke pijn. Wanneer je begint met hardlopen onder begeleiding van een trainer of coach, bijvoorbeeld in het start-to-run-programma, wordt deze pijn juist zoveel mogelijk voorkomen.
Spierpijn is niet erg, dat is de groei van je spieren. Mentale pijn wil je juist niet. Door rustig op te bouwen en kleine sprongetjes te maken in de groei neemt de kans dat iemand na de start ook werkelijk doorzet toe (Tiny Habits). Daarnaast moet je de spieren, pezen en banden de ruimte geven om te groeien en te herstellen. Rust is belangrijk wanneer je begint met hardlopen, net zoals bij het ondernemen.
Je wilt een duurzaam bedrijf bouwen dat jou overleeft, dat verdergroeit, ook wanneer jij niet aanwezig bent. Dat gaat niet wanneer het bedrijf afhankelijk is van meer dan 100% inzet van jou iedere dag.
Wanneer je gaat werken met een trainer of coach om beter te worden in het hardlopen merk je dat er twee dingen naar voren komen. Ten eerste dat je veel meer moet variëren qua tempo en afstand. Je loopt regelmatig op een heel rustig tempo, waarbij je jezelf afvraagt of dit wel helpt. Ten tweede neem je meer rust tussen de loopsessies.
Veel lopers lopen meestal te hard, te lange afstanden en met weinig variatie, waardoor ze zich langzaam ontwikkelen. In het begin gaat het goed, dan zie je vooruitgang, maar je loopt al snel tegen het plafond en ontwikkelt je vervolgens niet meer. Deze lopers krijgen eerder last van blessures en raken teleurgesteld in het lopen.
Eerder had ik een gesprek met Koen de Jong van de Hardlooprevolutie, een bedrijf dat je helpt met trainen voor een marathon of een halve marathon. In zijn programma loop je nooit langer dan 14km. In deze training van Koen de Jong en Stans van der Poel gaat het om het lopen op je hartslag, de ademhaling en het herstel.
Door je honderd dagen voor te bereiden op een marathon met verschillende afstanden en snelheden, maar de kern telkens loopt op de hartslag die je hoort te hebben bij het rennen van een (halve) marathon, bouw je op naar de wedstrijd. Het voordeel is dat je veel minder blessuregevoelig bent en veel minder tijd kwijt bent aan het trainen. Je gaat met deze training niet bij de top 3 eindigen, maar dat was waarschijnlijk anders ook niet gebeurd. De kans dat je met dit schema de marathon uitloopt in een tijd die bij jouw fitheid past, neemt enorm toe.
Jouw discipline met de 85%-regel
In het gesprek tussen Hugh Jackman en Tim Ferris vertelt Jackman over de 85% inzet van Carl Lewis (topsporter in de discipline 100 meter sprint):
”A sprint coach was studying Carl Lewis for a year and couldn’t understand why Carl was always last or second last at the 40-meter mark, but then went on to win the 100-meter sprint.
Eventually, he realised that Carl Lewis did nothing . . . his breathing and form was exactly the same. Other runners would try to push harder, clenching their fists, scrunching their faces. But Carl Lewis stayed exactly the same . . . and go on to breeze past the others.”
Wat deze coach ontdekte was dat Lewis bij het eerste deel van de race bij de laatsten liep en uiteindelijk telkens weer de rest voorbij ging en won. Terwijl iedereen erin geloofde dat de sprint werd gewonnen in het eerste deel, dat je daar voluit moest gaan. Lewis bewees het tegendeel, hij liep het eerste deel op 85% van zijn kracht, ontspannen.
De coach bekeek de videobeelden van vele sprints en ontdekte wat er bij Lewis veranderde rond de helft van de race. Niets. Er veranderde niets. Hij liep op exacte dezelfde manier door. Ontspannen en met de juiste houding, en met een rustige ademhaling. Terwijl in het tweede deel van de race de andere lopers steeds meer begonnen te zwoegen, met verbeten gezicht, werd hun loophouding langzaam slechter. Deze lopers moesten steeds harder werken. Lewis bleef lopen op 85% van zijn maximum en liep ze allemaal voorbij.
Op souplesse ondernemen
Bekijk hoe jij dit als ondernemer kunt toepassen. Om de dingen waar je goed in bent op 85% van je maximum te doen. “Op souplesse,” hoor ik mijn loopcoach telkens weer zeggen. Op souplesse 1000m lopen, ook de laatste 200 meter. Dan loop je makkelijker en sneller.
Met souplesse je werk doen.
Regelmatig begin ik steeds harder te werken als iets niet loopt zoals ik wil. Door op souplesse te werken, de hele dag door, blijf ik frisser en daardoor creatiever, blijf ik opmerkzaam en in staat om te luisteren en vragen te stellen. Als ik meer mijn best ga doen, ga ik harder werken, en dan ga ik meer praten en minder luisteren. Dan lever ik niet mijn beste werk.
