Meer winst, dat is waar een bedrijf naar streeft en dat is goed. Toch? Dat is mij in ieder geval verteld tijdens de bedrijfskundelessen die ik kreeg op de mts en later weer bij economie op de hts en tijdens de MBA-opleiding. Ik stond er toen ook achter, net als de leraren en medestudenten. Maar wat als dit niet klopt?
In de afgelopen decennia zijn er voldoende bewijzen geleverd dat deze drijfveer naar méér winst, meer problemen oplevert dan ons lief is.
In een gesprek met Erlijn Sie gaf ze mij een alternatief idee:
Focus op de impactmaximalisatie – werk financieel duurzaam. Maar daar is winst lang niet altijd de beste vorm voor. De kosten moeten betaald worden, dat is financieel duurzaam. Winst maken op zich is nutteloos.”
Erlijn Sie uit het gesprek De parel in de oester
Hieronder laat ik je zien waarom Erlijn hier een goed punt heeft en toon de gevolgen die we nu zien van een focus op meer winst. Daarna laat Leen Paape zien dat er ook voor de ‘corporates’ een alternatief is.
De aanzet tot obesitas bij baby’s
De Keuringsdienst van Waren deed op verzoek van jonge ouders onderzoek naar babymelkpoeder. Wat duidelijk wordt in de documentaire is dat met dit product de basis wordt gelegd voor obesitas in de toekomst. De producenten van deze producten zijn op zoek naar meer omzet en nóg meer winst en zien geen ethisch probleem in baby’s verslaafd maken aan suiker, langer dan nodig babymelkpoeder blijven verkopen, en na de eerste babymelk andere suikerhoudende drankjes voor ze verkopen.
De Europese wetgeving is zo geregeld dat het verplicht is dat babymelkpoeder alle elementen bevat die nodig zijn voor een gezonde ontwikkeling van de baby. Meer dan 95% van een babymelkpoeder is daardoor precies hetzelfde voor alle merken, omdat het verplicht is. Dit is wetgeving die de gezondheid van de burger beschermt door de producenten te helpen in de keuzes voor de lange termijn.
Door de wetgeving is marketing van flesvoeding voor baby’s tussen nul en zes maanden niet toegestaan. Dat vinden de producenten van babymelkpoeder lastig, want dit is wel de periode dat ouders zich verbinden met een merk wanneer borstvoeding niet lukt. Hoe hebben de marketeers van deze producenten dit opgelost? Door reclame te maken voor de producten vanaf zes maanden, waarbij de verpakking er bijna hetzelfde uitziet als die van het product van nul tot zes maanden.
Marketing voor een product richting onzekere ouders die nog niet weten wat ze allemaal moeten doen en het beste willen voor hun kind. Zoals je in de video kunt zien, hebben we dan het gevoel: duurder zal wel beter zijn. Als nieuwe ouder zit je in een emotionele achtbaan en wil je het beste voor de pasgeboren baby, zeker wanneer je het geld hebt om keuzes te maken.
In dit geval is duurder niet een beter product, want voor 95% zitten daar de verplichte bestanddelen in. Dus een duurder product betekent vooral meer winst voor de producent van de babymelkpoeder. Winst die niet uitkomt bij de boer bijvoorbeeld, maar blijft hangen in de bedrijven voor de aandeelhouders.
De deskundige die wordt gesproken in de documentaire legt uit dat de verschillen tussen de verschillende merken babymelkpoeder minimaal zijn, en dat niet bewezen is dat het ene merk beter is voor de baby dan het andere. Zodra duidelijk wordt dat iets echt beter is voor de ontwikkeling van de baby, dan wordt het de nieuwe standaard voor babymelkpoeder en moet iedere producent het toevoegen. Conclusie voor ouders: je kunt net zo goed de huismerken kopen, die tot wel 50% goedkoper zijn; de rest is marketing om meer winst te verdienen.
Verder vertelt de deskundige dat wanneer een baby ouder dan een jaar is, ze geen flesvoeding meer nodig heeft. De babymelkpoeder wordt daarom door de bedrijven zoeter gemaakt, waardoor de jonge kinderen die de zoete flesvoeding hebben gedronken, de voorkeur geven aan het zoete product boven melk of andere niet-zoete dranken. Op deze manier worden ze al verslaafd gemaakt aan zoetigheid en ontwikkelen ze aanleg voor obesitas.
Daarnaast verkopen de producenten van babymelkpoeder vaak ook andere zoete dranken voor kinderen en volwassenen. Met de zoete babymelkpoeder bereiden ze de baby’s voor op toekomstige consumptie die goed is voor de winst van het bedrijf, maar niet voor de gezondheid. Welvaart die boven het welzijn van de mens gaat.
De documentaire zelf kan ik online niet vinden als video, hier lees je er meer over: https://kro-ncrv.nl/persberichten/keuringsdienst-van-waarde-flesvoeding.
Obesitas en corporate hebzucht
Onderstaande DW documentaire laat zien hoe we steeds meer en ongezonder eten onder aanmoediging van de grote producenten. Je ziet welke landen het hoogste percentage aan mensen met obesitas hebben, hoe dit is ontstaan, wat de overheid doet om dit terug te dringen en wat de ‘corporates’ doen om gewoon door te gaan.
Conclusie: de bedrijven geven de voorkeur aan winst, boven het welzijn van de mens.
De focus op winst zichtbaar in een stofzuiger
Hieronder wordt het probleem van de focus op méér winst vanuit een heel andere hoek bekeken, zoals het verbruik van grondstoffen en de berg afval.
Hieronder zie je een fragment uit de documentaire Wat als de handel stilvalt van Tegenlicht. In dit fragment wordt een dure stofzuiger ontleed.
Een duurdere stofzuiger geeft meer ruimte voor marketing. In alle uitingen van het merk en product wordt ons als kijker of lezer voorgesteld dat dit duurdere model waardevol en nuttig is. De vele marketinguitingen zorgen voor meer verkopen en flink meer winst, omdat de marge hoger is.
In het fragment zie je dat het product ingewikkelder is geworden, met 220 verschillende onderdelen van allerlei verschillende materialen, tegenover 50 onderdelen in een goedkoper model. De onderdelen zijn ook nog eens zo gemonteerd en verlijmd dat reparatie zo goed als onmogelijk is. De enige oplossing is vervanging van een combinatie van onderdelen, maar meestal is dat duurder dan de vervanging van het gehele apparaat. Daarmee werkt de fabrikant weggooien in de hand.
Dit zie je ook terug bij producten als mobiele telefoons zoals die van Samsung en Apple, en Apple notebooks. De marge op die producten is zo hoog dat deze bedrijven gigantische bedragen spenderen aan marketing en telkens met nieuwe modellen komen. De producten zijn daarnaast niet (zelf) te repareren. Vervanging bij een defect is daarom vaak, economisch gezien, de voordeligste optie.
Als tegenhanger is er bijvoorbeeld Fairphone, die uit verschillende modules bestaat die eenvoudig uit te wisselen zijn; de grondstoffen worden op een eerlijke manier verworven.
Dit zijn enkele voorbeelden waaruit blijkt dat de focus op méér winst een probleem vormt voor het welzijn van de ecologie en de mensen. Als winstmaximalisatie niet de weg is naar een betere toekomst voor de volgende generaties, wat dan wel?
Impactmaximalisatie
Zoals Erlijn Sie, Katherine Trebeck, Jason Hickel, Kees Klomp en vele anderen zeggen: zorg dat de focus voor kleine en grote bedrijven komt te liggen op de maximalisatie van impact. Door zoveel mogelijk van de omzet te steken in duurzame positieve impact, waarbij alle kosten gedekt zijn, heeft het bedrijf een optimale functie voor alle betrokkenen en niet alleen voor de aandeelhouders. Zorg voor het welzijn van de betrokkenen in plaats van voor welvaart.
In de bovenstaande documentaire van Tegenlicht laat de Rotterdamse architect Césare Peeren zien wat er moet gebeuren: veel meer zelf, en met veel meer hergebruik van materialen. In zijn eigen huis in Rotterdam, en zijn bouwprojecten, zoals Boschgaard, toont hij aan dat een modern, comfortabel leven goed mogelijk is met bestaande materialen en een grote mate van autarkie (gesloten economie – Wikipedia).
Een handige richtlijn die ik hierbij zelf gebruik: Eenvoud > gemak
Meer winst is niet ethisch
In het boek Het juiste doen als niemand kijkt van Frank Peters staat een bijdrage van Remko van Broekhoven waarin hij drie elementen over ethiek 3.0 formuleert:
- Het goede doen: bijdragen aan welzijn van jezelf, andere mensen en de natuur (morele excellentie)
- Goed zijn in wat je doet: bijdragen aan welzijn door je eigen specifieke kwaliteiten te benutten (professionele excellentie)
- Je goed voelen bij wat je doet: lichamelijk en geestelijk welzijn ervaren (emotionele excellentie)
De eerste en laatste regel van ethiek 3.0 worden door grote bedrijven die een focus hebben op meer winst, niet (meer) geleefd in de bestuurskamer of op directieniveau.
De hierboven genoemde bedrijven zijn,
primair gericht op winst- of maximalisatie waardoor ze veelal zijn gericht op de korte termijn en financiële of anderszins ‘meetbare’ resultaten, terwijl dat moreel gezien niet altijd de beste oplossingen oplevert.”
Leonie Heres – bijdrage in Het juiste doen als niemand kijkt
Langetermijnstrategie
Leen Paape (Exit Fantoomtrots) zegt dat het Europese bedrijfsleven een veel betere balans moeten vinden tussen het nu dominante Anglo-Amerikaanse model, waarin winst op korte termijn voorop staat, en het Rijnlandse model.
Dat betekent dat de aandacht binnen bedrijven volgens hem moet verschuiven naar de lange termijn. Commissarissen zouden als toezichthouder die lijn moeten uitzetten. Het bestuur richt zich op de implementatie van de strategie en de winst- en verliesrekening, de kortere termijn dus.
Het langetermijndenken dat centraal staat in het Rijnlandse model zou de basis moeten zijn en goede elementen uit het Anglo-Amerikaanse model, zoals focus op prestaties, het sausje.”
Leen Paape
Salarissen zijn volgens hem nu “veel te laag”, waardoor de productiviteit in Westerse landen achterblijft. Oorzaak is dat door de relatief lage lonen een incentive voor innovatie ontbreekt, aldus de hoogleraar.
Paape pleit ervoor dat aandacht voor de energietransitie, klimaatopwarming en de toenemende ongelijkheid onderdeel moet zijn van de langetermijnstrategie van bedrijven. Hij is voor het invoeren van een maatschappelijke zorgplicht voor bedrijven om bij te dragen aan het welzijn van iedereen.
Conclusie
Voor bedrijven is het goed om te verschuiven van het Anglo-Amerikaanse naar het Rijnlandse organiseren, van winstmaximalisatie naar impactmaximalisatie. Hiermee zijn we samen in staat om de sociale en ecologische ongelijkheid terug te dringen.
Lees ook het whitepaper Winst en impact met langetermijnbesluiten.
Wil je hieraan bijdragen? Neem dan contact met me op.