Het zou verboden moeten worden
In het boek Propaganda schrijft Edward Bernays over het ontstaan van propaganda tijdens de Eerste Wereldoorlog. Bij het einde van deze oorlog was er een angst voor overproductie in de VS. De fabrieken draaiden tijdens de oorlog op volle toeren. Met het einde van de oorlog viel de vraag naar de producten weg.
In die tijd kochten mensen alleen wat ze nodig hadden. Goederen werden aangeprezen in functionele zin. Ze vervingen iets pas als het stuk en niet meer te repareren was.
Als je propaganda kunt gebruiken voor oorlog, dan kun je propaganda zeker gebruiken in tijd van vrede, bedacht Bernay zich. Ze moesten op zoek naar manieren hoe de fabrikanten alle goederen die ze produceren kwijt konden. Maar hadden de mensen al niet genoeg spullen?
De oplossing was, om de begeerte naar meer producten op te wekken, omdat fabrieken ongevraagd die producten bleven uitspugen. Daarmee gingen we van een maatschappij gebaseerd op noden, naar een maatschappij gebaseerd op wensen. Het doel van propaganda was, mensen moeten worden geleerd om meer te wensen, om nieuwe spullen te willen hebben voordat de oude spullen volledig zijn gebruikt.
Dit gebeurt nog steeds. Iedere dag worden we overladen met berichten die je wijsmaken dat je niet goed genoeg bent. Je hebt meer spullen nodig om gelukkig te zijn, om mooier te lijken, om niet uit de toon te vallen, om gezelliger en aantrekkelijker te lijken.
Reclame wordt vooral gemaakt voor producten die we niet echt nodig hebben, maar die wel schadelijk zijn voor de mens, dieren en de planeet. Denk aan verre vakanties, auto’s, fastfood, gokken, elektronica, Ai en ga zo maar door.
‘Reclame is de kunstmest van onze consumptiemaatschappij.’ zeggen Hans Rodenburg en Saskia Kluit in het artikel Het is hoog tijd voor een verbod op reclame in de publieke ruimte.
Er lijkt iets te veranderen. Een meerderheid van de Nederlandse jongeren wil een einde aan reclame voor vlees, vliegreizen en fossiele industrie, volgens een rapport van Unicef (2023).
“Stel je eens voor: een wereld waarin we niet langer worden overspoeld door reclames die ons vertellen wat we nodig hebben. Een wereld waarin we vrij zijn van de constante prikkels en waar onze keuzes niet worden gestuurd door de nieuwste trends en modes. In deze reclamevrije wereld kunnen we ons volledig concentreren op wat echt belangrijk is: het ontdekken van onze eigen stijl en het ontketenen van onze creativiteit.” fantaseert Tess Schram in haar podcast.
De vercommercialisering van onze publieke goederen
‘Maar is reclame dan zo lelijk? Volgens de Amerikaanse filosoof Michael Sandel is dat het punt niet. Het probleem is dat dit soort vercommercialisering van onze publieke goederen hun functioneren aantast. Al deze goederen hebben hun eigen unieke doel – zoals onderwijs, wonen of ontspannen – maar door de vercommercialisering verandert die functie overal in één richting: geld verdienen.
Het is de essentie van ons moderne kapitalisme: gemeenschappelijke goederen worden opgeknipt in losse stukjes zodat private personen er winst mee kunnen maken. Onze sociale woningvoorraad, onze kinderopvangverblijven, onze onderwijsinstellingen en dus ook onze publieke ruimte.’ (uit het artikel van Rodenburg en Kluit)
Laten we beginnen met verwijderen van reclame uit ruimte die we het meest eenvoudig kunnen beinvloeden, de publieke ruimte. Wanneer je door de publieke ruimte van je stad of dorp wandelt, fietst of rijd word je ongevraagd bestookt met reclame. Dit kan anders.
Welke invloed hebben we daar als burger op? Kunnen we deze reclame stoppen en in plaats daarvan meer ruimte maken voor groen in de publieke ruimte bijvoorbeeld?
Kunnen we reclame uit de publieke ruimte verwijderen?
In het artikel Mogen reclames in de openbare ruimte worden verboden?, legt Laurent Staartjes dit uit.
‘Er is geen algemeen landelijk reclamebeleid. Dat betekent dat elke gemeente de mogelijkheid heeft om zelf eigen regels op te stellen.’
‘Kort door de bocht gesteld mogen gemeenten reclames verbieden of beperken, maar dat is eenvoudiger gezegd dan gedaan. De gemeente kan hiervoor (op grond van de gemeentewet en de Awb) beleidsregels en verordeningen opstellen maar als grondeigenaar eveneens via privaatrechtelijke weg buitenreclame reguleren.’
Maar, gaat Staartjes verder…
‘Reclames leveren aardig wat inkomsten op (bijvoorbeeld. De Amsterdamse raad is tegen buitenreclames, maar verdient er 14 miljoen per jaar mee – 2022). Daarnaast nemen reclame-exploitanten vaak ook het beheer van abri’s en andere objecten over.’
Dus er zitten ook een belang bij de gemeente om reclame toe te staan. Staartjes voert verder aan dat reclame een algemeen nut heeft:
‘Tot slot moeten bedrijven zich om economische redenen zichzelf en hun diensten of producten kunnen presenteren in de openbare ruimte. Een apotheek die zich niet kenbaar kan maken als apotheek heeft kort-door-de-bocht gesteld een probleem. Evenals bewoners die op zoek zijn naar deze winkel of belang hebben om geattendeerd te worden op het assortiment.’
Is dit werkelijk zo?
Vrije markt en reclame
Als tegenreactie op dit laatste argument zegt de Amerikaanse jurist Ramsi Woodcock:
‘Een gezonde vrije markt kan niet zonder consumenten die zelfstandig en rationeel beslissingen kunnen maken. Reclame ondermijnt de vrije markt. Want reclame is manipulatief. Daarom zou het verboden moeten worden.’
Bekijk de argumenten van Woodcock in deze documentaire van VPRO Tegenlicht, Rebellen tegen reclame.
Enkele van deze rebellen tegen reclame zijn, Thomas Dekeyser – stadsetnograaf, Alex Montvernay – anti-reclameactivist, Ramsi Woodcock – jurist, Vyvian Raoul – anti-reclameactivist, Éric Piolle – burgemeester Grenoble. Kijk de documentaire voor wat er mogelijk is en al gedaan wordt.
Reclame kan verboden worden in onze publieke ruimte
We kunnen dus reclame verwijderen uit de publieke ruimte. Er geldt op dit moment al in 15 Nederlandse gemeenten in Nederland een verbod op fossiele reclame. Wat als we dit verder doorvoeren en petities en burgerberaden organiseren in gemeentes om reclame uit de publieke ruimte te weren en in plaats daarvan vragen om meer groen?
Het is jammer dat we in Nederland geen gekozen burgemeesters hebben. Anders zouden we de verkiezingsbelofte van Éric Piolle kunnen herhalen, ‘Als ik word gekozen, dan zorg ik ervoor dat alle reclame uit de de publieke ruimte van Grenoble wordt verwijderd.’
Piolle slaagde in zijn missie. Het meest bijzondere in zijn uitleg vond ik dat de inwoners verschillende motivaties hadden waarom ze bepaalde reclame niet meer wilden zien in de publieke ruimte, succesvol samengebracht door Piolle in één doel.
Dus je kunt bijvoorbeeld voor fossielvrij zijn zoals de initiatieven Fossielvrij NL en Reclame Fossielvrij, of vanuit geloofsovertuiging gokken niet in het straatbeeld willen zien, of voor betere leefomstandigheden van dieren zijn en geen kiloknallers meer willen zien. Als je gezamenlijk werkt aan het doel om reclame uit de publieke ruimte te verwijderen, dan bereik je daarmee ook het doel van jouw eigen missie.
Meer argumenten tegen reclame: