De komende week ga ik een experiment doen waarmee ik stiekem al begonnen ben. Terwijl ik het boek Tiny Habits van B.J. Fogg lees, ben ik de eerste tips aan het gebruiken om betere gewoontes toe te voegen aan mijn leven.
Het versterken van mijn kern staat al een paar jaar op mijn wensenlijst, maar het komt niet echt van de grond. Van de eerdere boeken die ik las over gewoontes, zoals Good Habits, Bad Habits, weet ik al dat wilskracht niet voldoende is om mijn gewoontes te veranderen. Ik moet iets anders doen, de drempel verlagen.
Tijdens het lezen van het boek Tiny Habits leer ik dat het in kleine stapjes opbreken van iets wat je wilt gaan doen goed werkt om er een gewoonte van te maken. Maak de stap zo klein mogelijk. Zo klein dat je bij jezelf denkt: dat is bijna te simpel, natuurlijk kan ik dat.
Opruimen lukt nu wel
Zo heb ik al een tijd een stapel met papieren op mijn kantoor liggen. Die lag eerst verspreid over mijn bureau, maar na een opruimactie werden al die dingen boven op de stapel gelegd die al op de grond lag. Die stapel is nu verhuisd naar een andere kamer. Hierdoor zie ik de stapel niet meer, maar hij is er nog wel.
Het punt is dat er in deze stapel dingen zitten die weg mogen en dingen die ik graag wil houden. Dus moet ik de hele stapel doorlopen om telkens weer te beslissen: mag dit weg of moet ik het nog bewaren? Dat kost tijd. In mijn hoofd kost dit heeeeeeel veel tijd. Dus ga ik het niet doen vandaag. Morgen misschien. Deze week is het niet gelukt, maar volgende week gaat het vast lukken! En zo gaat het week na week, dus nu ligt de stapel er nog. Herkenbaar?
Nu heb ik met mezelf afgesproken dat ik iedere dag voor één blaadje van de stapel beslis wat ik ermee ga doen. Die keuze kan ik binnen een minuut maken. Wanneer ik die kamer in loop bepaal ik van het papier dat bovenop ligt wat ik ermee ga doen. Eén blaadje, dan ben ik klaar voor vandaag en is de actie voor vandaag geslaagd.
Kern versterken
Iets vergelijkbaars heb ik dus met het versterken van de kern (de spieren rondom mijn middel – the core). Dit is vooral handig bij het lopen. Als ik mijn kern versterk, wordt mijn houding tijdens het hardlopen beter, waardoor ik weer iets sneller word. Het versterken van mijn kern ziet er eenvoudig uit, maar is veel werk.
De auteur van het boek heeft de volgende kleine gewoonte bedacht. Iedere keer nadat hij naar het toilet is geweest doet hij één pushup. Eén pushup, dat kan ik ook. Geen workout van negen minuten of zelfs maar drie minuten.
Dit lijkt op de balansoefeningen die ik doe tijdens het tandenpoetsen. Die kosten me nooit meer tijd dan het tandenpoetsen. Ondertussen heb ik het mezelf steeds iets lastiger gemaakt. Nu doe ik ze met mijn ogen dicht. Probeer zelf maar eens hoe lastig dit is.
Eén pushup nadat ik naar het toilet ben geweest. Eén pushup, dat kost geen tijd, ik ben toch al in beweging. Eén pushup, daar word ik niet moe van, daarvoor hoef ik me niet in mijn sportkleding te hijsen. En een pushup kan ik op elke plek in huis doen. Dit is zo eenvoudig. Dit kan ik zelfs.
Af en toe doe ik er twee, drie of vier, maar bij één pushup ben ik al klaar. Iedere pushup die ik daarbovenop doe is winst. Zo verander ik dit langzaam in een gewoonte en komen er langzaam maar zeker meer pushups bij.
